50 28 Januari 1893. zaamheden aan die personen, door Gedeputeerde Staten voormeld na overleg met het gemeentebestuur vastge steld komen voor rekening van de gemeente. I. Wanneer de Minister van Financiën ten gevolge van eventueele klachten van eigenaren van land, gelegen in den omtrek der voormelde gronden over nadeeligen in vloed van de werking der prise d'eau op den waterstand in hun land, mocht noodig vinden tot onderzoek van de gegrondheid van zoodanige klachten eene commissie van deskundigen te benoemen, zal de gemeente, daartoe uitgenoodigd tot de zamenstelling dier commissie, moeten medewerken door benoeming harerzijds van één der leden, zullende de andere beide leden dier commissie worden aangewezen door den Minister van Financiën en door de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ieder een,en zullende, zoo de gemeente in gebreke mocht blijven harerzijds zoodanigen deskundige aan te wijzen binnen vier weken na de dagteekening der uitnoodiging, daarin worden voorzien door den Minister van Financiën, met welke voorziening de gemeente alsdan genoegen neemt m. de gemeente zal, nadat de sub l bedoelde commissie haar rapport zal hebben uitgebracht, verplicht zijn zoo danige maatregelen te nemen en zoodanige werken uit te voeren als de Minister van Financiën, na overweging van dat rapport zou mogen voorschrijven ter bestrijding of voorkoming van verlaging van den grondwaterstand in de thans niet aan den Staat of aan de gemeente behoorende landen, gelegen in den omtrek der voor melde gronden in het bijzonder. Ook zal zij dadelijk uitvoering moeten geven aan den door den Minister van Financiën noodig geoordeelde uitbreiding van de prise d'eau op de wijze, als door den Minister voor te schrijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 50