18 November 1893.
521
de verordening van kracht is. De verordening stelde iets
in uitzicht dat verkregen Jcon worden. Gevolglijk had de
functionaris zich moeten haasten. Spreker zou er voor
zijn hem een gratificatie toe te kennen van f 200.
De heer Teychiné stelt in het licht dat in de oproepings
advertentie de gunstige bepaling als voorwaarde was opge
nomen, zonder eenige tijdsbepaling, waaraan spreker het
vermoeden ontleent, dat die voorwaarde geldig bleef, al
ware Krul eerst over 20 jaren gekomen.
De voorzitter doet opmerken, dat die oproeping enkel
gegrond was op de verordening en deze, door intrekking,
hare rechtsgeldigheid verloren heeft.
Daarop brengt de voorzitter in stemming het voorstel
der commissie van toezicht op het lager onderwijs alhier
om aan den heer Krul f 200 toe te kennen, waarvan de
uitslag is, dat bedoeld voorstel wordt aangenomen met
11 tegen 5 stemmen.
Vóór waren de heerenTeychiné, Reigers
man, Ingen-Housz, Van Dongen, Verschraage,
Bloemarts, Vreede, Heijlaerts, Oukoop,
Sciieltus en Lijdsman.
Tegen de heeren: Rombouts, Van Aken,
Sassen, Matiion en de voorzitter.
3. Adres van mej. De GreefVan Kicrkoerle, daarbij
verzoekende op haar toe te passen art. 9 der verordening
van 29 October 1892, met advies van de commissie voor
noemd.
(Dit adres is breeder omschreven in de notulen van
dezen raad van 4 Nov. 1893.)
Wordt overeenkomstig voorbedoeld advies be
sloten, afwijzend op dit adres te beschikken.