540
18 November 1893.
Nadat de heeren Sassen, Lijdsman en Heijlaerts
hebben doen kennen, dat de inspecteurs in andere ge
meenten, zooals in AmsterdamRotterdamHaarlem, Goes,
wel distinctieve kleeding hebben, hetzij in pet of jas,
geeft de heer Reigersman in overwegingook dit onder
werp aan te houden tot bij de voorgenomen reorganisatie
der politiewaarmede algemeen genoegen genomen wordt.
60. Eene afdeeling acht het minder wenschelijk dat de
commissaris van politie zelf voor drukloonen en kantoor
behoeften zorgt, terwijl het beter zou zijn dat van gemeen
tewege in een en ander voorzien werd.
Antwoord.
Burgemeester en wethouders hebben geen bedenking,
als de Raad zulks verlangt, om dezen post te voegen bij
dien van de administratiekosten der gemeente. Voordeel
echter zal daardoor niet verkregen worden, omdat ook de
drukloonen enz. der politie begrensd worden door de
aannemingssommen.
In verband met dit antwoord wordt besloten
den post over te plaatsen.
62e. Terwijl in eene afdeeling de billijkheid betoogd
werd de wedde van den uurwerkmaker te verhoogen,
omdat hij ter uitoefening van zijne betrekking iemand in
zijnen dienst moet nemen, was de meerderheid in die
afdeeling het met dat betoog niet eensomdat de betrok
ken titularis, bij de aanvaarding van zijne betrekking,
bekend was met de lusten en lasten eraan verbonden.
Antwoord.
Aan de wederlegging alhier van het geleverde betoog
voegen burgemeester en wethouders bijdat de werkzaam-