548
18 November 1893.
de juistheid der opmerking, terwijl het voorts opmerking
verdient, dat het peil van het trottoir thans lager is dan
in de Willemstraat en Emmastraat.
Er is eindigt spreker een fout begaan, en dat is
niet een doodzondemaar dan had die fout moeten erkend
worden, met bereidstelling den betrokken ambtenaar
daarop attent te maken.
De heer Lijdsman is het niet met burgemeester en
wethouders eens, dat de bekende deurtjes naar buiten
moesten draaien. Ook had eene schuif kunnen gemaakt
worden. Spreker vindt dat het aanbrengen dier deurtjes
nu wel een misstand geeft.
De voorzitter beweert dat de ruimte niet groot genoeg
was om de deurtjes naar binnen te laten draaien.
De heer Scheltus verzekert dat de bodem, waarop de
privaattonnen staan, lager was dan het peil van het
trottoir.
Het peil toch zegt de voorzitter wordt aangegeven
door het plan.
Na verdere korte gedachtenwisseling tusschen den voor
zitter en den heer Scheltus die staande houdt dat het
peil aan 't Stationsplein aanmerkelijk verlaagd is, vraagt
de heer Sassen, of die ijzeren deurtjes op de teekening
waren aangebracht.
De voorzitter antwoordt daarop bevestigender bijvoe
gende, dat de deurtjes zullen weggaan, dewijl aldaar een
beerput in de straat zal gelegd worden.
Dan zijn zeker doet de heer Scheltus opmerken
alle kosten totaal nutteloos geweest.
De kosten van het maken van dien beerput zegt de
voorzitter zijn voor rekening van den belanghebbende.