18 November 1893. 549 Het komt den heer Bloemarts voor, dat als het trottoir nu ligt op het vroeger vastgesteld peil, er dan geen fout begaan is. De heer Scheltus blijft staande houden dat er wel degelijk eene fout gemaakt is, en betreurt het dat die niet erkend wordt. Verder wordt dit punt niet besproken. 84a. Met nadruk vestigt eene afdeeling de aandacht op den toestand waarin de Gampel verkeert. Onnoodig wordt het geacht dien toestand andermaal te schetsen maar wel meent die afdeeling dat het een algemeen belang geldt dien toestand gunstig te doen worden en te doen blijven. In plaats van watertrappen van cementsteen wordt ruwe hardsteen aanbevolen. Cementsteen toch wordt door vorst stuk gevroren, dat met hardsteen het geval niet is. Voorts wenschte men dat een grooter aantal watertrappen dan zooals voorgesteld is, gemaakt worden. Bij een wan deling langs de singels ontdekt men hoe groot de be hoefte aan zulke trappen is. Ook werd gewezen op het onvoldoende toezicht bij het lossen van schepen aan de grachten. De glooiingen daar van worden beschadigdinzonderheid bij het ontladen van boomen. Antwoord. Ten aanzien van het vermelde omtrent de Gampel wordt herinnerd, dat de Raad verdeden jaar de overwelving dier gracht heeft afgestemd, ter wille der financiën, welke vooralsnog de uitvoering van het werk niet toelaten. Watertrappen van ruwe hardsteen kosten minstens het dubbele van die van cementsteen. Bezwaarlijk kan worden toegegeven dat de laatsten zouden stuk vriezen. Met slecht gefabriceerde zal dit echter wel het geval zijndoch het- 39

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 549