18 November 1893.
555
nieuwe bij het rechtsgebouw en die in de Nieuwstraat
zijn reeds van pijpen, sproeibuizen enz. voorzien, zoodat
ze slechts aangesloten behoeven te worden.
Of het wenschelijk is de urinoirs min of meer aan het
oog te onttrekken, mag om meer dan eene reden betwijfeld
worden. Ook elders ziet men het stelsel toegepast, dat
ze steeds voor allen zichtbaar zijn, mits van schermen
voorzien.
De voorzitter zegt, dat, wanneer de urinoirs niet in het
volle gezicht staan, ze alsdan door hen die daarvan wen-
schen gebruik te maken niet worden opgemerkt.
De heer Teychiné is het niet eens met de plaats waar
men de urinoirs stellen wil. In de buurt van het Rotkan-
straatje zijn er verscheidene, die spreker allen opnoemt,
maar daarentegen zijn er den kant van de Boschstraat
uit geen. Die in de Nieuwstraat zou spreker wel willen
opgeruimd zien.
De laatste zegt de voorzitter is een waarvan druk
gebruik gemaakt wordt. En die aan 't Potkanstraatje
komt in eene omgeving van herbergen en marktdagdrukte,
en zal veel onreinheid doen ophouden.
De heer Teychiné keurt het af dat zoovele urinoirs
zich in eene buurt bevinden. Betere verdeeling wordt
door spreker verlangd en wijst daartoe den muur aan van
het huis van dr. IngenIIousz en andere plaatsen.
De heer Rombouts doet opmerken, dat niet allen er op
gesteld zijn een urinoir in hunne nabijheid te hebben.
Bovendien eerst als de waterleiding er is, kunnen de
urinoirs tot hun recht gebracht worden. De oude urinoirs
acht het dagelijksch bestuur niet de meest wenschelijke.
De heer Teychiné blijft in de ongelijke verdeeling het
grootst bezwaar vinden. Vijf a 6 in ééne buurt acht