556 18 November 1893. spreker te veel, te meer, wanneer andere buurten ervan verstoken blijven. De heer Reigersman wenscht dit punt over te laten aan de prudentie van burgemeester en wet houders, waartoe besloten wordt. 87e. In eene afdeeling werd eenstemmig de wensch uitgesproken, ja, de noodzakelijkheid betoogd, dat de gemeente in het Valkenberg een paviljoen stichte, in den geest van het door den architect Marijnen onlangs ten behoeve van de Groote Sociëteit ontworpen plan, welk paviljoen zou worden verhuurd aan die sociëteit, welke echter, vermits ten gerieve van niet-ingezetenengeene uitgaven uit de gemeentekas kunnen worden gedaan, van hare niet te Breda wonende leden eene verhoogde contri butie zou moeten vorderen. Gaarne vernam men omtrent dat denkbeeld het gevoelen van het dagelijksch bestuur. Antwoord. Tegen het oprichten van een paviljoen in het Valkenberg is het dagelijksch bestuur niet gekant, doch om financieele en andere redenen gevoelt het zich voor het oogenblik niet bij machte een voorstel dienaangaande aan den Raad te doen. De voorzitter zegt dat de sandere redenen» waarvan burgemeester en wethouders gewagen in hun antwoord slechts vatbaar zijn in besloten vergadering te worden medegedeeld. 88. Kosten der waterleiding. Blijkens de memorie van toelichting wordt er f 600 uitgetrokken voor een boekhouder. In eene afdeeling gaf men den wensch te kennen in lichting te ontvangen omtrent dien post, daar men met zekerheid meende te weten dat in eene vergadering van de commissie voor de gasfabriek met die voor de water-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 556