18 November 1898. 561 laten wonen. Spreker stelt voor ter voorziening in den toestand eene som van f3000 op de begrooting uit te trekken. De heer Sassen vraagt, of de bedoelde opzichter niet tijdelijk zou kunnen wonen in het achtergedeelte van het ontruimde rechtsgebouw De voorzitter zegt, dat ten aanzien van dat gebouw andere plannen in overweging zijn. De heer Scheltus gaat de voorzitter voort kent de goede bedoeling. Late men geduld hebben tot de financiën het gedoogen. Werkelijk bestaat het plan een mooie woning te bouwen; eene woning passende in het schoone der omgeving. De heer Scheltus trekt daarop zijn voorstel in, in afwachting dat spoedig het plan tot uitvoering komen zal. 100. Hoe zorgzaam de paden in het Valkenberg ook onderhouden worden, toch zijn zij dikwijls modderig, drassig. Aangezien de vermoedelijke oorzaak daarvan de aanleg niet weg te nemen is, wordt in beraad gegeven de paden meer tonrond te leggen. Eene der afdeelingen stelt voor de uitgave voor port land-cement, om daarmede de rotsen in het water te herstellente doen vervallen en die rotsen weg te breken. Behalve toch dat rotsen daar ter plaatse niet eigenaardig zijn, kunnen de er aan ten koste te leggen onderhouds kosten nuttiger besteed worden. Antwoord. Niet door het tonrond maken der paden, maar enkel door draineering is, naar burgemeester en wethouders meenen, het euvel weg te nemen. De onkosten daarvan worden geraamd op 700. Met het oog op deze uitgaaf komt eenig uitstel raadzaam voor. In den voorschreven zin kan de Raad een voorstel van burgemeester en wethouders tegemoet zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 561