562
18 November 1893.
Omtrent het wegbreken der rotsen zal de aanlegger van
het park geraadpleegd worden.
De voorzitter zegt bij ondervinding te weten, dat de
heer Rosseels een voorstander is van rotsen. Ook elders
bestaan ze. Daarom vindt spreker 't billijk om eerst diens
idee te hooren;
Met die zienswijze vereenigt zich de Raad.
109. Een lid gaf te kennen dat deze post met f 100
dient verhoogd te worden, opdat aan den onderwijzer
J. W. Krul, die in den afgeloopen zomer de hoofdakte
heeft verkregen, de hem bij zijne aanstelling voor dat
geval toegezegde verhooging van ƒ200 kunne worde toe
gelegd.
Al kan, ook naar de zienswijze van dat lid, de onder
wijzer Krul rechtens en naar de letter der verordening
slechts op 100 verhooging aanspraak maken, toch gebiedt
de billijkheid met de bij de benoeming opgewekte ver
wachtingen rekening te houden. Naar de overtuiging van
dat lid ligt dit geheel in de bedoeling der jongste ver
ordening, welke blijkens artikel 10 niet aan verkregen
rechten heeft willen tornen.
Antwoord.
Dit onderwerp is bij den Raad in behandeling.
De voorzitter herinnert dat het bedoelde onderwerp in
de ochtendzitting van dezen dag beslist is.
1285. Voor kosten van verwarming en verlichting wordt
„Nihil" uitgetrokken, terwijl de daarvoor in 1892 werkelijk
uitgegeven som ƒ271.225 bedroeg. In de „toelichting"
wordt deze nihil-post niet nader toegelicht. Gaarne even
wel vernam men iets omtrent bedoeld geraamd bedrag.