18 November 1893.
505
gemeester en wethouders in overweging eene aanbesteding
voigens het bestaande plan te beproeven, welke met
gunstigen uitslag bekroond werd.
Het bovenstaande zal de overtuiging geven, dat het
gebouw met de meest mogelijke spaarzaamheid ontworpen
en opgericht is moeten wordenen dat waren de beschik
bare fondsen toereikend geweest, het zeer zeker aanbe-
beveling zoude verdiend hebben het geheele terrein te
ontgraven, den ouden muur uit te breken en met zand
aan te vullen, of wel het gebouw op eene geheide fun
deering op te trekken.
Het benoemen van deskundigen om te onderzoeken en
te bepalen wat in deze gedaan moet worden, komt ons
noch noodzakelijk noch gewenscht voor.
De voorzitter zegt dat elders het bouwen van eene
ambachtsschool f 45000 kostte.
De heer Teychiné kan niet ontveinzen dat toen hij de
mare omtrent de ambachtsschool vernamhij geschrokken
is. Persoonlijk heeft hij den toestand onderzocht, doch
spreker moet verklaren, dat de zaak als zeer overdreven
voorgesteld moet beschouwd worden. In die overtuiging
wordt spreker versterkt door de breedvoerige inlichtingen
die hij ter plaatse ontvangen heeft. Ware toch de toestand
geweest, gelijk men dien geschetst heeft, dan toch zou
zeker de commissie, welke eene ambachtsschool gevestigd
heeft zooals geen betere in Nederland bestaatalles gedaan
hebben om daaraan te gemoet te komen.
De heer Scheltus doet zich kennen als het lid waarvan
de opmerking afkomstig is, behalve de som die genoemd
wordt. Nu zegt wel de heer Teychiné dat de zaak over
dreven is voorgesteldmaar dat is louter een quaestie van
opvatting. De eene vindt eene scheur ergde ander niet.
Maar toen spreker ter plaatse geweest is, waren er twee
40