18 November 1893. 56? wist, dat de grond waarop de ambachtsschool gebouwd is niet geheid is, begrijpt spreker niet dat aan de gevolgen daarvan iemand een grief kan worden gemaakt. Spreker is het een raadsel, waarom de opmerking gedaan is, daar die toch -enkel kan treffen de beslissing van een vroegeren Raad. Verder wordt dit onderwerp niet besproken. 134. Het bedrag van ƒ2000 is onvoldoende werd door een der leden van het burgerlijk of algemeen armbestuur beweerd, hetwelk zou blijken uit de dezer dagen door dat bestuur in te dienen begrooting. Antwoord. Dit onderwerp is bij den Raad in behandeling. De volgende bespreking heeft plaats in verband met het in de ochtendzitting van dezen dag ingekomen rapporten de discussie welke in deze zitting heeft plaats gehad na volgnummer 62/. De heer Ou koop meent de verhooging der subsidie te moeten bepalen op f 1500 als ronde som. Die meening ontmoet bedenking bij den heer Rombouts, die de som wil brengen op het bedrag van het tekort dat bewezen moet worden. De heer Oukoop doet opmerken, dat het slechts een begrootingscijfer is. De heer Reigersman stelt in het licht, dat het niet is een tekort over één jaar, maar een compositum van te korten in 1892, 1893 en 1894, in welk laatstgenoemd jaar het tekort vermoedelijk zal zijn 1396.015. Bijgevolg zal die som voldoende zijn om al de voornoemde tekortejj

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 567