570
18 November 1893.
De heer Heijlaerts verstaat dat niet, dat de overdekte
karren slechts de helft zouden kunnen bevatten van andere.
Ook in Den Haag heeft de heer Reigersman overdekte
karren gezien, maar het kwam hem voor dat ze hinderlijk
waren voor de arbeidersdie ze overal hadden open en
dicht te slaan.
Het moeten karren zijn zegt de heer Oüiioop
enkel met een houten kap of huif.
De voorzitterzich beroepende op de opgedane onder
vinding, houdt die karren niet voor doelmatig.
De heer Bloemarts kan wel aannemen dat de proef
ongunstig is uitgevallen met het hier gebruikte model
karrenmaar men heeft er ook van andere constructie
die er geschikter voor zijn. Spreker geeft in overweging
dit punt aan het oordeel van de commissie voor de
gemeente-reiniging over te laten.
De heer Rombouts zegtdat de overdekte karren
waarmede een proefis genomen, niet hebben voldaan,
doch dat de onderzoekingen elders door den betrokken
directeur worden voortgezet.
Zelfs voegt de voorzitter daarbij zijn teekeningen
van Venlo ontboden geworden, doch het ware is nog niet
gevonden.
Verder wordt dit onderwerp niet besproken.
De heer Versciiraage vraagt, of onder de geraamde
kosten van verzekering tegen brandschade ook begrepen
zijn die van het ontruimd rechtsgebouw
De voorzitter antwoordt bevestigendonder bijvoeging
dat de bedoelde verzekering bereids heeft plaats gehad.