18 November 1893. 571 176. Ten opzichte van deze uitgave werd opgemerkt dat terwijl zij aangeeft de gemeentelijke subsidie aan de zang- en muziekschool, er van gemeentewege niet het minste toezicht op die inrichting bestaat en er zelfs nimmer eenig verslag van die instelling bij den Raad inkomt. Zoo mogelijk wenschte men hier eenige regeling. Antwoord. Hier geldt dezelfde opmerking als gemaakt is bij volg nummer 153d. Zou de Raad zulks verlangendan bestaat dezerzijds geen bezwaar, jaarlijks een overzicht te vragen van de uitkomsten van het onderwijs. De heer Teychiné geeft in bedenking de behandeling der begrooting, wegens het late uur, af te breken en op een anderen dag voort te zetten. Het meerendeel der leden wenscht echter de begrooting af te doen. Met betrekking tot de INKOMSTEN werd het hierna volgende in het midden gebracht: 1°. Waterleiding. Aansluitingen, buizen, watermeters enz. In eene afdeeling trok het de aandacht dat de hier aangegeven bedragen niet overeenstemmen met de door den heer Schotel begroote cijfers, medegedeeld in de raadsvergadering van 22 April jl. O. a. werd toen begroot voor aansluitingen, buizen, watermeters enz. f 25000, terwijl deze post thans is verhoogd tot f 59000. Indien onder dit bedrag het weder in orde brengen der straten niet begrepen is, dan vernam men gaarne of het voornemen niet bestaat dit werk in 1894 uit te voeren; en, zoo ja, waaruit dan dat bedrag van f 25000 zal te vinden zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 571