574 18 November 1893. blijken te zijn en het te kort op de geraamde ontvangsten der waterleiding niet uit andere posten mocht kunnen worden gedekt, de gelegenheid nog altijd open blijft ander maal een leening te sluiten. Maar ook tegen die wijze van handelen werden door eerstgenoemd lid bedenkingen geopperd. Hoewel het gewicht van vele dier bedenkingen erkend werd, waren in de betrokken afdeeling de overige leden toch van meening dat verhooging der belasting in dezen tijd niet zou zijn in 't belang der gemeente. Antwoord. 6 en 45a. Burgemeester en wethouders meenen dat de ontvangsten der waterleiding niet te hoog zijn geraamd, wanneer men in aanmerking neemt in welke lang gevoelde behoefte de waterleiding zal voorzien. De gezondheidscommissie toch bij haar schrijven van 9 Januari 1892 spreekt van eene gebiedende noodzakelijk heid. En in het rapport van dr. Straub komt de volgende zinsnede voor: »In het algemeen blijkt dat de Bredasche wellen, even sals alle stadswellen, niet zeer vertrouwbaar zijn. Er is sgeen enkele uitstekend." Met dit oordeel voor oogen over eene zaak, zoo nauw aan de gezondheid verbonden, mag met recht van het gezond verstand onzer medeburgers eene algemeene deel neming in de opgerichte nuttige zaak verwacht worden. Over den prijs zullen burgemeester en wethouders niet in discussie treden. Eerst onlangs toch is die, na rijpe overweging, door den Raad voor eenen proeftijd van twee jaar vastgesteld, waarvan alsnu het resultaat dient te worden afgewacht. Echter meenen - burgemeester en wethouders te moeten opmerken, dat men aan het woord «duur» niet te veel moet hechten. Men is te lang gewoon geweest, al was het voor een gedeelte slecht water, dit om niet te hebben,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 574