18 November 1893. 577 44a. Sommige leden merkten op dat het niet billijk is om uitsluitend van de marktbezoekers marktgeld te heffen, en niet van die ingezetenen, welke ook gebruik maken van gemeentegrond om uit te stallen en te verkoopen. Evenzoo achtte men het billijk bewaarloon te heffen van diegenen, die hunne goederen opslaan in de stadshalle. Men wenschte daarom dat een verordening omtrent deze heffingen den Raad voorgelegd zou worden. Antwoord. Omtrent het hier bedoelde punt zullen burgemeester en wethouders eerstdaags den Raad eene verordening aanbieden. Dit punt wordt niet verder besproken. 27. Hier staat 35 M3. Dit moet ongetwijfeld 3500 M3. zijn. Antwoord. De hier gemaakte opmerking is zeer juist. Burgemeester en wethouders hebben zich overtuigd dat in de copie staat 3500 M3.zoodat 35 M3. een zetfoutje is, dat bij de correctie der drukproef aan de aandacht ontsnapt is. Dit punt wordt verder niet besproken. 45a. Het hier geraamde bedrag ad f28,350.kwam eene afdeeling ongemeen hoog voor, omdat men algemeen hoort dat de aansluitingen weinig in aantal zijn vooral wegens de duurte van het water en van de meters. In bedoelde afdeeling betreurden de meeste leden dan ook het zoo hooge tarief. Meer in het belang van het welslagen der waterleiding ware gehandeld, indien juist met lage, aanlokkelijke tarieven begonnen ware. Ondertusschen zou men gaarne vernemen langs welke becijfering burgemeester en wethouders gekomen zijn tot een zoo hoog bedrag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 577