48 November 1893. 579 Alsnog brengt de voorzitter ter tafel de begrooting der schutterij voor 1894. Daarop komt voor zegt de voorzitter eene nieuwe som, namelijk van 3200 tot het aanschaffen van 200 kapotjassen. Te dien aanzien zijn burgemeester en wet houders van meening, dat, met het oog op deze groote uitgaaf, het overweging verdientom liever van de diensten der schutterij, bij brand, geen gebruik te maken. Met die meening toont de Raad het niet oneens te zijn zoodat de voormelde som vooralsnog niet wordt toegestaan. Alvorens de behandelde begrooting der gemeente in stemming te brengenverzoekt de voorzitterdat bur gemeester en wethouders mogen gemachtigd wordendie wijzigingen in de begrooting te brengenwelke bij de behandeling door den Raad verlangd of toegestaan zijn, en de daartoe benoodigde gelden te ontleenen aan hoofdstuk VIII der uitgaven. Zonder bedenking wordt de gevraagde mach tiging verleend. Vervolgens brengt de voorzitter de geheele begrooting met de daarin gebrachte wijzigingen in stemming, waarvan de uitslag is dat zij met algemeene stemmen wordt aangenomen. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. De Secretaris A. R. VERMEULEN. De Voorzitter En. GULJÉ,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 579