596 22 December 1893. B. De commissie van beheer der gemeente-reiniging. Wordt besloten, bij acclamatie te herbenoemen de aftredende leden, zijnde de heeren: W. G. H. Rombouts, mr. T. Mathon, .T. A. J. W. van Hal en A. J. A. Verschraage, welke commissie door den burgemeester of een lid van het dagelijksch bestuur zal worden voorgezeten. Genoemde heeren hebben, zooveel hen persoonlijk aan ging, niet lot dit besluit medegewerkt. De heeren Van Hal en Verschraage waren niet ter vergadering tegenwoordig. C. De commissie van redactie der strafverordeningen. Wordt besloten, bij acclamatie te herbenoemen de aftredende leden, zijnde de heeren: mr. M, van Dam, mr. T. Mathon, en mr. P. Bloemarts, die met den burgemeester, als voorzitter, de commissie zullen uitmaken. Genoemde heeren hebbenzooveel hen persoonlijk aan ging, niet tot dit besluit medegewerkt. D. De bouwcommissie. WTordt besloten, bij acclamatie te herbenoemen de aftredende leden, zijnde de heeren: E. H. A. Guljé, J. Lijdsman, en J. J. L. Teychiné, terwijl als voorzitter dier commissie de heer E. H. A. Guljé wordt gecontinueerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 596