598 22 December 1893. ambtenaar betoond had; vertrouwende, dat de Raad adhaesie zal schenken aan den bereids door burgemeester en wethouders aan de familie gezonden brief van rouw beklag. De vergadering beantwoordt deze woorden met teekenen van goedkeuring. 9. Besluit van de Gedeputeerde Staten dezer provincie van den 14. December 1893, G, n°. 83, 2eafdg., 3ebur., houdende goedkeuring der gemeente-begrooting voor het jaar 1894, bedragende: in ontvangst 508.778.14 in uitgaaf508.778.14. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 10. Missive van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, dato 14 December 1893, n°. 83, 2eafdg.3e bur. daarbij te kennen gevende, dat ofschoon aan de begrooting dezer gemeente voor 1894 hunnegoedkeuring is verleend, toch bij hen bedenking bestond tegen de verhooging der subsidie van het burgerlijk armbestuur van ƒ2000.op ƒ3400. dat echter gemeend is in de zaak te kunnen berusten, vermits het hier schijnt te zijn: dekking van een tekort in de armenkas, dat zich over drie jaren verdeelt, en alzoo verondersteld wordt, dat de verhooging slechts voor één jaar zal zijn; dat zij zich verplicht achten er op te wijzen, dat niet dan bij volstrekte onvermijdelijkheid de gelden der gemeente ten dienste van het armbestuur mogen gesteld worden, en ingeval van tekort naar andere mid delen dient te worden omgezien om dit aan te vullen, en wel in de eerste plaats door opwekking der bijzondere liefdadigheid. Voorts wordt het vertrouwen uitgedrukt, dat een volgende begrooting blijk zal dragen, dat zoowel gemeente- als armbestuur in dien geest willen werkzaam zijn. Deze brief wordt behandeld in verband met het vol gende punt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 598