22 December 1893 603 maken. Ook met het gesprokene van den heer Bloemarts kan spreker zich vereenigen. Gaarne noemen allen den burgemeester een uitstekenden burgemeester, maar bij de beoordeeling der zaak mag niet uit het oog verloren worden, dat door hem nog slechts een jaar de functie vervuld wordt. Ten slotte drukt spreker de hoop uit, dat de financieele moeielijkheden niet zullen voortduren. Den heer Vreede dunkt, dat de beschouwingen nog al uiteenloopen Spreker stelt voor, het voorstel in omvraag te brengen. De heer Van Aken doet opmerken, dat een goed deel der wedde van den burgemeester ten goede komt aan de liefdadigheid en zaken van openbaar nut. Nu moge zegt spreker de tegenwoordige burgemeester fortuin hebben, maar dat moet huiten rekening blijven bij de aan het ambt van burgemeester te verbinden jaarwedde. De heer Sassen kan wel deelen de zienswijze van den heer Rombouts en andere heeren. Deden de afdeelingen tot onderzoek der gemeente-begrooting van hunne gezind heid blijken om de jaarwedde van den burgemeester te verhoogen: uit de memorie van antwoord bleek, dat bur gemeester en wethouders daartoe den tijd niet gekomen achtten, waarin alstoen stilzwijgend is berust. De eenige reden die spreker meent aanwezig te zijn om op het voorstel in te gaan, is, dat nu de gelegenheid tot verhoo ging bestaat en dit later misschien met meer moeielijkheden gepaard zal gaan. De heer Heijlaerts meent, dat, al heeft werkelijk de burgemeester zelf zijn verlangen doen kennen om diens wedde niet te verhoogen, het toch passend is, den bur gemeester de gelegenheid te geven, dit alsnog openlijk te zeggen. Spreker kan zijn gevoelen niet onderdrukken, dat, ofschoon hij weet dat de Raad de beste gezindheid koestert jegens den burgemeester, er iets dat spreker niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 603