604
22 December 1893
noemen kan, doch voeling houdt met het woord unfair,
gelegen is in eene beslissing, zonder dat de betrokkene
zich nader heeft kunnen verklaren.
Algemeen doen de leden blijken, dat op den bodem
hunner beraadslagingen niets te vinden is, dat bedoelt
den burgemeester in eenig opzicht hinderlijk te zijn of
jegens zijn persoon eenige ongenegenheid aan den dag te
leggen.
De heer Sassen zegt, dat de burgemeester, zooals uit
de memorie van antwoord op het algemeen verslag der
begrooting blijkt, zich reeds verklaard heeft.
De heer Rombouts doet den heer Heijlaerts ander
maal opmerken, dat ten deze persoon en zaak door hem
niet genoeg onderscheiden worden. Het woord unfair of
welk ander ook van dien aard is geheel misplaatst. Spreker
laat den persoon buiten beschouwing. De heer Mathon
gaat spreker voort heeft willen betoogen dat de
post van burgemeester een gesalarieerde behoort te zijn,
maar dan is het voorstel om de wedde op te voeren tot
2500 eene bespotting. Immers de directeur der gasfabriek
heeft, zoo wat f 3500 (verschillende leden zeggen: ƒ4750),
bijgevolg zou aan den eersten ambtenaar der gemeente
wel minstens 5000 moeten toegekend worden. Het is
dus alleszins klaarblijkelijk, dat de post van burgemeester
enkel geïndemniseerd wordt.
Vervolgens stelt de heer Rombouts voor aan Gedepu
teerde Staten te antwoorden, dat de Raad, met het oog
op den financieelen toestand der gemeente, het vooralsnog
niet wensehehjk acht de jaarwedde van den burgemeester
te verhoogen.
De tijdelijke voorzitter (de heer Van Aken)
brengt dit voorstel in stemming, waarvan de
uitslag is dat het wordt aangenomen met 10
tegen 3 stemmen.