18 Februari 1893. 75 Daarop brengt de voorzitter in stemming art. 1 dei- voorwaarden l)en pacht termijn te bepalen op dertig jaren. Wordt aangenomen met 12 tegen 3 stemmen. Vóór waren de heeren: Van Hal, Rombouts, Vreede, Oukoop, Sassen, Guljé, Teychiné, Backer, Klep, Van Dongen, Heijlaerts en de voorzitter. Tegen de heeren: Verschraage, Van Dam en Mathon. Art. 2. De pachtsom zal zijn honderd gulden per jaar. Wordt aangenomen met 12 tegen 3 stemmen. Vóór waren de heeren: Rombouts, Vreede, Oukoop, Sassen, Guljé, Teyciiiné, Backer, Klep, Van Dongen, Verschraage, Heijlaerts en de voorzitter. Tegen de heeren: Van Hal, Van Dam en Mathon. Art. 3. De Sociëteit zal bouwen een Paviljoen met vleugels, en muziektent. De heer Vreede wenscht bepaald te zien, dat het werk zal geschieden met goedkeuring en onder toezicht van Burgemeester en Wethouders. Daartegen wordt geene bedenking ingebracht. De heer Verschraage vraagt, of de tijd bepaald is, binnen welken het gebouw moet zijn opgericht? Waarop de voorzitter antwoordt, dat dit van latere zorg is. 6

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 75