11 18 Februari 1893. t)e voorzitter meent dat de gemeente daarvoor moet zorgen. Zooveel schade zal dat niet berokkenen en de boomen blijven ten voordeele der gemeente. De heer Heijlaerts doet opmerken, dat er aanvankelijk in het Paviljoen mooie bloemen waren, die echter lang zamerhand verdwenen zijn. Spreker gelooftdat het in 't belang van de gemeente is, alle beplanting binnen de enceinte te brengen ten laste der Groote Sociëteit, behalve boomen. Plant de gemeente, dan staat zij er aan bloot, dat haar eigendom door de speelschheid der kinderen wordt vernield. De heer Van Hal vraagt, of het in de bedoeling ligt van het dagelijksch bestuur, dat het onderhond der be planting binnen de enceinte, komt voor rekening van de Sociëteit of niet De voorzitter antwoordt den vorigen spreker, dat de Sociëteit het terrein dat zij in gebruik krijgt zelve moet onderhouden. Dan ook herneemt de heer Van Hal komt de be planting voor rekening van de Sociëteit, behoudens enkele groote boomen, die bodemvast blijven. Ook bloemen enz. moeten komen ten laste van de Sociëteit. De heer Backer zegt, dat het 'tgevoelen der sociëteit is, dat het terrein door de gemeente, als eigenaresse, worde in orde gebracht en het beplanten ook voor hare rekening geschiede. Het onderhoud daarvan zou mede ten laste der gemeente moeten komen. Wat de bloemen aangaat, waarvan sprake was, deze groeien onder de boomen niet. De heer Van Hal vraagt, hoe groot de oppervlakte is, welke in gebruik zal worden genomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 77