78 18 Februari 4893. f De heer Backer antwoordt den vorigen spreker, dat die oppervlakte ongeveer dubbel zoo groot zal zijn als die vroeger bij de Sociëteit in gebruik geweest is. Het is nu het terrein zegt spreker dat aanvankelijk de gemeente zou hebben ingenomen. Dat is het terrein doet de heer Vreede opmerken dat is aangewezen in het plan Rosseels. Maar dat terrein zegt de heer Van Hal was gea dapteerd voor een grooter plan. Is datzelfde terrein ook nu noodig vraagt spreker De heer Rombouts ondersteunt de zienswijze van den i heer Van Hal. In grove trekken moet uitgemaakt wor den, welk terrein zal worden in gebruik genomen. Voorts moeten de boomen eigendom blijven van de gemeente, terwijl aanleg en onderhoud van het plantsoen komt ten laste van den gebruiker. Daarna wordt artikel 4 in dien zin, zonder stem ming, vastgesteld. Art. 6. Dit artikel bevat het bezwaar der Groote Sociëteit om het Paviljoen nu en dan ook open te stellen voor het publiek. De vraag is alzoo zegt de heer Van Dam of het Paviljoen al of niet voor gemengd gebruik zijn zal De heer Van Hal wenscht eene vraag te doen aan Burgemeester en Wethouders, mits deze niet worde opgevat als eene indiscretie, namelijk hoedanig ten deze is het prae-advies van Burgemeester en Wethouders, en of dit college het bezwaar der Sociëteit deelt. De voorzitter draagt de beantwoording dezer vraag over aan den heer Guljé, daar spreker tijdens de conferentie met de Sociëteit, ziek was.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 78