80 18 Februari 1893. ingewacht, want zou deze na de stemming over artikel 6 zich terugtrekken, dan kon weer de gemeente zien wat zij doet. Er is haast aan den dag gelegd en in dien zin moet nu maar voortgegaan worden. Verschillende leden geven hiermede instemming te ken nen en wenschen de beslissing te ontvangen vóór 1 Maart. De heer Backer zegt dat het bestuur der Sociëteit wel gaarne veel spoed zal betrachten, maar dat de tijd van veertien dagen toch wel wat kort is. Het Bestuur moet zijne voorstellen aan de leden kunnen doenook omtrent de aan te gane leening; die voorstellen moeten dan acht dagen voorhangen, vóór ze behandeld kunnen worden; en dat alles vordert eenigen ruimeren tijd dan veertien dagen. Spreker geeft mitsdien in overweging den tijd van beslissing te bepalen op vier weken. De vergadering neemt hiermede genoegen. De heer Rombouts stelt nader zijne meening in het licht, dat wat heden besloten is, enkel geldt als eene machtiging aan Burgemeester en Wethouders, om op den grondslag der aangenomen voorwaarden de overeenkomst te ontwerpen. Spreker verwacht dat ontwerp later in den Raad, en maakt alsnog opmerkzaam, dat ook moet worden overeengekomen, wat gebeuren zal met het ge bouw, als de huurtermijn zal zijn ten einde geloopen. De heer Vreede bespreekt met een woord het openen van meerdere gelegenheid voor het publiek om zitplaatsen in het Valkenberg te bekomen, hetzij door het plaatsen van een grooter getal banken, hetzij door verhuring van stoelen, erkennende spreker dat dit vooralsnog iets is van latere zorg. Verder wordt deze zaak niet besproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 80