84 18 Februari 1893. „kortere verbinding van de Boschstraat met den rijks- z/Weg in de richting naar Oosterhout is verkregen. „Zal deze bestrating aan haar doel beantwoorden ,/dan is het noodig, dat de bestrating van den rijksweg „met die door de gemeente gelegd, worde vereenigd. „Het stuk zandweg toch dat de beide straatwegen „scheidt, strekt zeer ten ongerieve van het openbaar „verkeer op die wegen. Het werk, waarvan de kosten „begroot worden op f 400.komt ten laste van de „gemeente, maar het mocht niet uitgevoerd worden, „zonder vergunning van den heer Commissaris der „Koningin in deze provincie, welke vergunning Burge meester en Wethouders hierbij overleggen, met voorstel „tot de uitvoering van voorbedoeld werk, onder de „gestelde voorwaarden, te besluiten." De heer Rombouts vraagt, of ten deze de Bouwcom missie niet moet gehoord worden. Ook den heer Heijlaerts is de strekking der zaak niet volkomen duidelijk. De heer Guljé licht daarop het onderwerp toe, er op wijzende, dat daardoor voorzien wordt in eene noodzake lijke behoefte in het belang van het verkeer op den be doelden weg. Enkel zegt spreker was vergunning noodig van den Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, welke voorwaardelijk verkregen is. Niemand verder het woord verlangende, wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd. 11. Wordt, namens Burgemeester en Wethouders, door den voorzitter overgelegd het volgende stuk:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 84