i8 Februari 1893. 89 „De aanslag van den vorigen directeur D. Neurden- „burg was in 1889 vast1100. „Veranderlijk inkomen1325 08s. Te zamen2425.08s. „Deze genoot bovendien eene jaarlijksche „persoonlijke toelage van500 „maar aangezien die toelage was persoonlijk, voor bij „de verbouwing der fabriek verleende diensten, kan die „bij de berekening niet in aanmerking komen. „De tegenwoordige directeur Paijens is aangesteld „den eersten Juni 1890 en heeft sedert dien tijd bijge dragen in het pensioenfonds volgens den grondslag „van vast tractement1100. „en veranderlijk inkomen410. dus1510. „Wanneer dit bedrag nu wordt vermeer derd tot de bovenvermelde som van 2425 „zal hij te weinig hebben bijgedragen naar „eene som vanf 915. „van af den eersten Juni 1890 tot den eersten Januari „1893, of twee jaar en zeven maanden. „Daar de kortingnamelijk de afloopendevolgens „artikel 20 van het reglement, bedraagt voor elk „der tien eerste jarenbedraagt die per jaar van het „te min bijgedragene91.50 „en van de twee jaren zeven maanden 236.37s. „De directeur Paijens zal alzoo vóór of „met den eersten April in het pensioenfonds „moeten storten in ééns gemelde som van 236.37s, „en zal de afloopende korting op zijn trac tement gedurende de nog loopende eerste „tien jarente beginnen met den eersten „April aanstaande, geschieden op den grond- „slag van eene somma van ƒ1100.vast tractement „en1325veranderlijk inkomen. Te zamen ƒ2425.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 89