8
14 Januari 1893.
scheiding tusschen goede en onbruikbare mestspeciën worde
gemaakt, gene per tram verzonden, deze den boeren verkocht.
De voorzitter deelt mede, dat bedoeld adres bereids in
handen is gesteld van den waarnemenden directeur der
gemeente-reiniging, wiens inlichtingen zijn vervat in het
volgend schrijven:
„Door UEdelAchtbaren werd om bericht in mijne handen
„gesteld een adres aan den Raad dezer gemeente van de
„besturen der landbouwvereenigingen te 's-Princenhage
Ginneken en Bavel en Teteringen, te kennen gevende, dat
„sedert vele jaren de landbouwers uit de omstreken van
Breda getrouwe afnemers geweest zijn van het straatvuil,
„dat in die gemeente verzameld en verkocht wordt;
„Dat in den laatsten tijd de kwaliteit van dien mest
„zoo verminderd is, dat die voor bemesting ongeschikt
„wordt en zij zich genoodzaakt zouden zien, hoe ongaarne
„ookvan elders mestspeciën te ontbieden
„Zij meenen dat de goede meststoffen van de Bredasche
„mestvaalt per tramwagen worden weggevoerd en er voor
„de landbouwers uit de omstreken tegen den ouden prijs
„niets overblijft dan een samenraapsel van steenen en
„sintels, dat voor hen hoegenaamd geen waarde heeft;
„De besturen meenen ingelicht te zijn dat op de mest
vaalt eene scheiding tusschen goede en onbruikbare mest-
„speciën gemaakt wordt, de eerste per tram verzonden,
„de laatste den boeren verkocht;
„Bovengenoemde besturen verzoeken het daarheen te
„leiden, dat de landbouwers uit de omgeving van Breda
„zooals van ouds goede mestspeciën bekomen en de even-
„gemelde scheiding ophoude.
„Ik heb de eer, onder terugzending van het adres, te
„berichten, dat van scheiding tusschen goede en onbruik
bare mestspeciën geen sprake is. Het eiken dag op de
„mestvaalt aankomende straat- en huisvuil wordt van
