10 13 Januari 1894. worden. En zou het armbestuur van zijne voorkeur voor een der candidaten doen blijken, dan was het geen dubbele aanbeveling meer. De voorzitter zegt dat het vragen van inlichtingen aan leden ook niet gewettigd is door het gebruiken is het overigens eens met den heer Mathon, dat de aanbeveling zou verijdeld wordenals het armbestuur een der candi daten op den voorgrond stelde. Ook de heer Rombouts meent dat dit onregelmatig zou zijn. Bovendien herinnert spreker, dat de namen der candidaten in alphabetische volgorde zijn opgegeven, zoodat beiden als geschikt moeten aangemerkt worden. De heer Sciieltus verklaart daarop zijn voorstel in te trekken. Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming. De voorzitter verzoekt de heeren Van Aken en Rom bouts als stemopnemers te fungeeren. Er worden uitgebracht 17 stemmenwaarvan op zich vereenigen en C. A. Van Hal 1. Zoodat met volstrekte meerderheid van stem men tot rentmeester bij het burgerlijk armbestuur dezer gemeente benoemd is de heer Adrianus Petrus de Groot, gepensioneerd adjudant onderofficier der infanterie, op de aan die be trekking verbonden jaarwedde van duizend gulden en onder de voorwaardenwelke aan het einde dezer vergadering nader zijn geregeld. De voorzitter bedankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. A, P. de Groot J. Bruijns 10, 6,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 10