14 April 1894. Tegenwoordig de heeren: J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. 1NGENHOUSZB. C. VAN DONGEN, A. J. A. VER SCHRAAGE, W. G. II. ROMBOUTS, K. G. OUKOOP, J. A. VAN AKEN, mr. M. P. M. VAN DAM, J. E. VREEDE, A. P. SCHELTUS, J. L1JDSMAN, II. A. SASSEN, F. ,T. M. HEIJLAERTS en E. II. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heerenJ. .T. NELISSENmr. P. BLOE- MARTS en mr. Th. MATHON, beide laatstgenoemde heeren met schriftelijke kennisgeving. De notulen van het verhandelde in de vergadering van den 31cn Maart 1894 worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter stelt aan de orde: A. Ingekomen Stukken. 1. Missive van den heer K. G. Oukoop, dato 1 April 1894daarbijter voldoening aan art. 85 der gemeente wet kennisgevendedat hij zijne benoeming tot wethouder dezer gemeente aanneemt. De voorzitter deelt mede, dat de heer Oukoop bereids in het college van burgemeester en wethouders als wet houder geïnstalleerd is en zitting heeft genomen. Vervolgens wordt voorschreven missive aange nomen voor kennisgeving. 10

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 115