118 14 April 1894. 8. Adres van den lieer II. C. van Loon, eervol ont slagen 2den commies ten kantore van den burgerlijken stand, dato 10 Maart 1894, daarbij, onder overlegging der gevorderde stukken, verzoekende in het genot van pensioen te worden gesteld. Wordt, op voorstel des voorzitters besloten, deze stukken te stellen in handen van de com missie van bestuur van het pensioenfonds voor de ambtenaren en bedienden in deze gemeente, met verzoek haar advies wel te willen doen kennen. 9. Missive van burgemeester en wethouders van Breda, dato 10 April 1894, n°. 318, daarbij, ter voldoening aan art. 182 der gemeentewet, aanbiedende het beredeneerd verslag van den toestand dezer gemeente over 1893, inge richt in den vorm, zooals die is voorgeschreven; met bij voeging, dat de verslagen van de verschillende inrichtin gen in deze gemeente zijn opgenomen bij de hoofdstukken, waartoe ze betrekking hebben. Op voorstel des voorzitters wordt besloten dit verslag, evenals in vorige jaren, te doen drukken, en vervolgens aan ieder der raadsleden een exem plaar uit te reiken. 10. Missive van burgemeester en wethouders voornoemd dato 10 April 1894, n°. 319, daarbij, onder overlegging der vereischte bescheidenter benoeming van een onder wijzer aan de Tusschenschool (St.-Joost), hoofd de heer W. IJ. Tromp, voordragende de heeren 1. H. J. de Bie, te Beek en Donk. 2. W. van Reijen, te Beteringen. 3. W. A. Roovers, te Breda. 4. P. A. de Groot te Ulvenliout. 5. H. Kuijper, te Breda. Wordt overgegaan tot stemming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 118