13 Januari 1894.
11
11. Missive van de commissie van toezicht op het lager
onderwijs alhier, dato 6 Januari 1894, daarbij ter voor
ziening in twee vacaturen in die commissie, bij periodieke
aftreding op 1 Januari 1894 van de heeren dr. P. R van
Mierlo en E. H. A. Guljé, voorstellende:
a. de heeren dr. P. R. van Mierlo, aftredend lid, en
mr. T. Matron, lid van den gemeenteraad te Breda
b. de heeren E. H. A. Guljé aftredend liden mr.
W. IngenIIousz, lid van den gemeenteraad te Breda.
Nadat verschillende leden daartoe hun wensch hadden
doen kennen, worden de heeren dr. P. R. van Mierlo
en E. II. A. Guljé, beiden aftredende leden, zonder
stemming, op nieuw als leden der commissie van toezicht
op het lager onderwijs alhier benoemden zulks voor den
gewonen tijd van zitting.
De heer Guljé verzoekt aanteekening in de notulen,
dat door hemvoor zoover zijne benoeming aangaat
niet tot dit besluit is medegewerkt.
12. Adres van L. Bielars, metselaar aan den Ginne-
kenschen Steenweg te Teteringendato 11 December 1893,
daarbij te kennengevende, dat hij aan den Marksingel te
Breda vier huizen heeft doen bouwen en de weg leidende
van de Nieuwe Ginnekenstraat naar de Eerste Mark
dwarsstraat zelfs bij droog weder onbegaanbaar ismet
verzoek aan voorgenoemde huizen zoo spoedig mogelijk
een trottoir te doen aanleggen.
Na voorlezing van dit adres, wordt gelezen het volgend
daarbij door burgemeester en wethouders overgelegd advies:
«Door L. Bielarsmetselaar aan den Ginnekenschen
«Steenweg, te Teteringen, is een adres aan Uwen Raad
«gericht, waarbij hij verzoekt een trottoir te doen aan-
«leggen aan den Marksingel alhier, alwaar hij vierhuizen
«heeft doen bouwen,