14 April 1894. 125
dende deze gracht zijne perceelen sectie A, no. 4396 van
n05. 3664, 3665 en 3666.
De voorzitter geeft in overweging bedoeld adres
te stellen in handen van burgemeester en wethou
ders om prae-advies, waartoe besloten wordt.
16. Prae-advies van burgemeester en wethouders van
Breda in zake het adres van den heer R. G. L. Smagghe,
apotheker alhier, verzoekende de gemeente-bergplaats voor
petroleum tevens te bestemmen voor bewaarplaats van
benzine en van alle stoffen, begrepen in art. 2, al. IV
der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad n°. 95).
Bedoeld advies is van den volgenden inhoud:
«Bij Uw besluit van den 31. Maart 1894, A, n°. 15,
«werd in onze handen om prae-advies gesteld een adres
van den heer R. G. J. L. Smagohe, apotheker alhier,
verzoekende de gemeente-bergplaats tevens te bestemmen
»als bewaarplaats voor benzine en voor alle stoffen, be
sgrepen in art. 2, al. IV der wet van 2 Juni 1875
Staatsblad n°. 95)
«Aanvankelijk was door adressant aan ons verzocht om
«benzine te mogen opslaan in de petroleumbewaarplaats,
sdoch aangezien die bewaarplaats eene bepaalde bestem-
sming heeft, te weten, enkel om petroleum te bewaren,
swas door ons bezwaar gemaakt, haar ook dienstbaar te
«stellen voor de bewaring van benzine.
«Het thans aan U door adressant gedaan verzoek wordt
«door ons voor inwilliging vatbaar geacht, omdat benzine
«geen grooter brandgevaar oplevert dan petroleum.
«Daarbij komt het ons wenschelijk voor, den handel de
«behulpzame hand te bieden, terwijl door de gelegenheid
«te openen om ook benzine buiten de gemeente in bewa-
«ring te stellen ongetwijfeld wordt bijgedragen tot bevor-
dering van de veiligheid in de gemeente,