14 April 1894.
127
De Raad verzoekt den voorzitter zelf eene com
missie aan te wijzen, waarop door den voorzitter
als leden dier commissie benoemd worden de
heeren Reigersman, Van Dongen en Ver-
schraage, die zich hunne benoeming laten wel
gevallen.
18. Adres van Mejuffrouw de wed. J. J. Jamez, geb.
Voeten, dato 11 April 1894, daarbij te kennen gevende,
dat zij hare woonhuizen, staande aan de Leuvenaarstraat,
wijk C, nos. 205, 206, 207 en 208 wenscht te sloopen,
om in de plaats daarvan nieuwe woonhuizen met verdie
ping te bouwen, in verband met de nieuwe rooilijn; dat
zij daartoe van de gemeente verlangt aan te koopen den
voor hare woningen liggenden gemeentegrond tot aan
voormelde rooilijnzooals op de bij het adres gevoegde
situatieteekening met rood is aangegevendat zooals mede
uit die teekening blijkt, tot het verkrijgen der rooilijn,
een driehoekig stukje grond, adressante toebehoorende,
aan de gemeente zal moeten worden afgestaantot welken
afstand zij bereid is, maar vermeent dat, aangezien de
door haar af te stane grond is bebouwd, daarvoor een
hoogere koopsom per M2. behoort te worden betaald dan
voor den grond, dien zij in eigendom zal verkrijgen; met
verzoek adressant den bedoelden grond in eigendom te
willen overdragen en bij de prijsbepaling rekening te
houden met hetgeen zij aan de gemeente zal afstaan.
De voorzitter stelt de overgelegde kaart in circulatie en
herinnert dat de aanvrage verband houdt met het raads
besluit van den 23. Sept. 1893, waarbij de grond in de
Leuvenaarstraat tot aan de nieuwe rooilijn wordt afgestaan
tegen 50 cent per M.welk besluit is goedgekeurd dooi
de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij beschikking
van den 2. November 1893.
Thans echter gaat de voorzitter voort zal alsnog
de machtiging van voormelde Staten noodig zijn om het