128 14 April 1894. door adressant aan de gemeente af te stane driehoekig stukje grond over te nemen. Vervolgens vraagt de voorzitter of de Raad besluiten kan tot den afstand en de overname van voorbedoelden grond. Niemand der leden bedenking te kennen gevendewordt dienover eenkomstig besloten. Te voren was voorgelezen en goedgekeurd de volgende ontwerp-akte De ondergeteekenden Eduard Hendrik Antonius Guljé, burgemeester der gemeente Breda en Antonius Roelandus Vermeulen, secretaris dier gemeente, als vertegenwoor digende het college van burgemeester en wethouders, dat namens die gemeente handelt ter uitvoering van het besluit van den Gemeenteraad van den 1894, goed gekeurd bij besluit van de Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Brabant van den 1894, contractanten ter eene zijde, en Mejuffrouw de wed. J. J. Jamez, geb. Voeten, parti culiere wonende te Bredacontractante ter andere zijde zijn overeengekomen als volgt 1. Contractanten ter eene zijde staan aan contractante ter andere zijde in eigendom af, welke laatste verklaart in eigendom te aanvaarden een stuk gemeentegrond, ge legen ten noorden van de perceelen van de contractante ter andere zij dekadastraal bekend gemeente Bredasectie A, nos. 4237, 73, en 47, aan de Leuvenaarstraat, deel uit makende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie A, n°. 4404, ter grootte van ongeveer vier en-zestig centiaren zooals dit op het terrein met piketpalen is afgebakendvolgens de aan dit contract gehechte tee- kening. 2. Contractante ter andere zijde staat aan contractanten ter eene zijde in eigendom af, welke laatsten verklaren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 128