14 April 1894.
131
staaft dit door een voorbeeld. Dat vele les geven per week
kan de groote vacantiën, die nuttig noch noodig zijn, niet
goed maken, al wil spreker erkennen, dat sedert het adres
is ingekomen, er eenige inkrimping te dien aanzien heeft
plaats gehad.
3°. Wisseling leerboeken. De heer Von Ende klaagt over
het veelvuldige wisselen van leerboeken. De commissie
bestrijdt die klacht niet, maar zij moest toch zorgen, dat
het wisselen van leerboeken beperkt bleef, vooral bij den
bekenden strijd der leeraren om veel boeken te schrijven,
die dan aan den man moeten gebracht worden.
4. Toelatings-examen. Dit noemt spreker bijzonderlijk
een belangrijk punt. Den heer Von Ende is het een grief,
dat aan de Bredasche Hoogere Burgerschool, bij toelating,
stel- en meetkunde gevorderd wordt, en wijst er op dat
ook in andere vakken de eischen hooger zijn dan elders.
Op die bemerkingen geeft de commissie een vreemdsoortig
antwoordte wetener is voor stel- en meetkunde nooit
iemand afgewezen.
Wanneer werkelijk niemand afgewezen wordt, wanneer
hij aan de verhoogde eischen niet voldoet, dan is niet in
te zien, waarom die eischen bestaan en men ze laat be
staan. Afgezien dat het vreemd klinktwanneer een com
missie van toezicht verklaart, dat zij zich niet gehouden
heeft en zich niet houden zal aan de reglementaire bepa
lingen, dan moet toch het bestaan van die schijneischen
nadeelig werken op de voorbereiding van de leerlingen.
Door het onderwijs, tot die voorbereiding dienende, te
noodzaken met die reglementaire eischen rekening te hou
den, wordt óf de leeftijd, waarop de leerlingen een begin
met het middelbaar onderwijs moeten maken, onnoodig en
ten nadeele van hunne toekomstige loopbanen verhoogd,
óf een oppervlakkigheid in de hand gewerkt, die er toe
leiden moet, dat de leerlingen in plaats van beter voor
bereid dan voor andere H. B. S., ten slotte in deze bij die
11