132 14 April 1894. H. B. S. ten achterstaan, welke, verstandiger, niet meer verlangen, dan noodig is, en die zich ook reglementair tevreden stellen met een kennis, die men van 11 of 12jarige knapen eischen en verwachten kan. Dat dit laatste gevolg zich werkelijk reeds voordoet, blijkt uit het buitengewoon aantal leerlingen, dat bij de overgangen van den laten naar den 2den, en van den 2den naar den 3dtn cursus af gewezen wordt. Maar er is nog meer nadeel aan te geven. In het pro gramma van hetgeen op den l,ten, 2den en 3den cursus onderwezen wordt, is met de reglementaire toelatings- eischen rekening gehouden. En dit heeft ten gevolge dat een leerling, die op eene andere H. B. S. den l!ten of 2den cursus doorloopen heeft, niet rijp is tot toelating op den 2den of 3d™ cursus der Bredasche H. B. S. Tal van gevallen, waarbij dit gebleken is, zijn bekend. Zij zijn een der oorzakenmisschien is het wel de hoofdoorzaak dat zoo vele leerlingen van hier de H. B. S. te Tilburg bezoekenzeer ten nadeele van de gemeentekas en van de kas der betrokken ouders. Hoe men juist in Bredawaar men rekening moet houden met het voortdurend wisselen der bevolking, en vooral met het wisselen der bevolking, welke bijna uitsluitend leerlingen naar de H. B. S. zendt, zulk een toestand zoo lang in stand kan houdenen hoe men nu nog, nadat daarop gewezen is, er geen werk van maakt, verbetering in te voeren, is inderdaad niet goed te begrijpen. 5°. Verbieden van alle vexatiën, Te dien aanzien doet spreker opmerkendat de commissie van toezicht het zich wat al te gemakkelijk gemaakt heeft door alleen maar te verklarendat het handhaven der tucht in de voornaamste plaats toevertrouwd blijft aan den directeur en de leeraren. Meer afdoende was het naar spreker's gevoelen geweest, indien de commissie aangetoond had, óf dat de mede- deelingen van den heer Von Ende onjuist waren, óf dat er wel degelijk een stelsel van oordeelkundig straffen aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 132