13 .Tanuari 1894.
13
De voorzitter stelt voor, dit adres, met het oog op de
gevolgen welke daaraan verbonden zijn te stellen in handen
van de commissie van beheer der gasfabriek, met verzoek
om onder terugzending daarop te willen dienen van bericht
en raad.
De heer Rombouts zou het wenschelijker vinden de be
handeling van het adres nog eene vergadering aan te
houden. Z. i. moet, alvorens besloten wordt dit naar de
gascommissie te zenden, principieel zijn uitgemaakt, of de
Raad genegen is al of niet gas buiten de gemeente te leveren.
De heer Van Aken betoogt, dat aan de gasfabriek vroeger
zulk eene groote uitbreiding is gegeven juist met het doel
om gas te kunnen leveren aan de bewoners van Ginneken
en Prinsenhage. Spreker ziet niet in dat door onthouding
van gas de menschen in Breda zullen komen wonen. Naar
zijne meening moet de Raad besluiten ook gas te leveren
buiten de gemeente, waarin spreker een voordeel ziet
voor Breda.
De voorzitter doet opmerken, dat juist daarover de ge
voelens zeer uiteenloopen en daarom een grondig onderzoek
aan de beslissing moet voorafgaan. De eene wil gaat
spreker voort gas en water leveren buiten de gemeente
de ander niet. De eene wil levering voor gelijken prijs
de ander niet. Dit alles zijn vraagpunten, die moeten
getoetst worden aan wat het meest in het belang van Breda
geacht wordt. Met de belangen toch van parasietische
gemeenten heeft Breda geen rekening te houden. En al
kan nu de fabriek ook gas leveren buiten de gemeente,
daarmede is niet gezegddat zij tot dat doel is uitgebreid.
i
In hoofdzaak verklaart de heer Van Aken te hebben
willen betoogen dat de menschen om het genot van gas
zich niet in deze gemeente zullen vestigen. Dit klemt te
meer zegt spreker als hij nagaat dat vele aanzienlijke