21 April 1894.
wordt ontslagen van zijne verplichting jegens den Staat
om bedoelde wegen te verharden en dat werk onder voor
behoud der Koninklijke goedkeuring, wordt opgedragen
aan de gemeente; dat hij voor die overeenkomst een ontwerp
heeft doen opmaken, waarvan een afschrift bij de missive
wordt gevoegd en ook de ontvanger der registratie en
domeinen te Breda een afschrift heeft ontvangen tot het
opmaken der akte; met verzoek om zich verder te dezer
zake rechtstreeks met bedoelden ontvanger in betrekking
te stellen, waardoor de afdoening der zaak zal worden
bespoedigd.
De in voormelde missive bedoelde ontwerp-overeenkomst
is van den volgenden inhoud
Ontwerp.
De ondergeteekenden:
1. «Leonard Nicolaas Heijl, ontvanger der registratie
»en domeinen te Bredain die kwaliteit handelende namens
«den Staat der Nederlanden, krachtens machtiging, ver
leend door den directeur der registratie en domeinen te
Middelburgbij brief, dd1894, n°. gegrond
«op de aanschrijving van den minister van financiën, dd.
1894, n°. domeinen;
«contractant ter eene zijde, en
2. «Eduard Hendrik Antonius Guljé, burgemeester
«der gemeente Breda en Antonius Roelandus Vermeulen,
«secretaris dier gemeente, als vertegenwoordigende het
«college van burgemeester en wethouders der gemeente
TtBreda, namens die gemeente handelende ter uitvoering
«van het besluit van den gemeenteraad van den
«hetwelk is goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten
«der provincie Noord-Brabant van den 1894;
3. «Filippus Kleijn, wonende te Dordrecht, aannemer
«van het aanleggen van den vestinggrond te Bredatusschen