24 April 1894,
'snam, 7 uur.
Voortzetting der geschorste zitting van 21 April 1894.
Tegenwoordig al de ledenbehalve de heer J. J. Nelissen.
De voorzitter neemt weder het rapport ter hand en leest
de opmerking van den heer Verschraage op art. 31 L,
met het antwoord der commissie.
Daarna wordt art. 31, letter L, ongewijzigd
goedgekeurd.
Op de artikelen 3'237 zijn geen bedenkingen in het
midden gebracht. (Zie verderop art. 34 aangehouden).
Art. 38.
De heer Oukoop handhaaft zijn op dit artikel voorge
steld amendement, vermeld in het rapport.
Na discussie daarover tusschen den voorsteller,
den voorzitter en de heeren Bloemarts en Van
Dam, brengt de voorzitter bedoeld amendement
in stemming, waarvan de uitslag is dat dit met
12 tegen 6 stemmen verworpen wordt.
Vóór waren de heeren: Reigersman Rombouts, Oukoop,
Van Aken, Sassen en IIeijlaerts.
Tegen de heeren: Van Dongen, Van Hal, Teychiné,
IngenHousz, Vreede, Van Dam, Bloemarts, Scheltus,
Lijdsman, Verschraage, Mathon en de voorzitter.
13