184 12 Mei 1894. verlangen, en dat, om daaraan tegemoet te komen, de heer Schotel is uitgenoodigd zich beschikbaar te houden. De heer Scheltus verklaart voor zich wel inlichting te wenschenmaar eene inlichting voegt spreker daaraan toe die heel de wereld hooren mag. De voorzitter wil daarop het voorbedoeld voorstel van den heer Scheltus in stemming brengen, doch deze verklaart zijn voorstel in te trekken. Alsnu gaat de vergadering over in eene met gesloten deuren. Na heropening der deuren stelt de voorzitter opnieuw aan de orde de voorstellen van de waterleidings-commissie, vervat in bovenstaand schrijven, en vraagt, of iemand der leden het woord verlangt. Dit niet het geval zijnde, stelt de voorzitter voor, de voorbedoelde voorstellen aan te nemen en burgemeester en wethouders te machtigen de werken te doen uitvoeren; waartoe zonder hoof delijke stemming besloten wordt. 2. Missive van burgemeester en wethouders van Breda dd. 7 Mei 1894, n°. 401, houdende te kennengeven, dat in de begrooting voor den dienst van dit jaar is voorzien in het verlies dat de heer Vossenaar onderging door de bepaling, dat vakken in de nieuwgebouwde petroleum- bergplaats zouden verhuurd worden; dat die bepaling in werking trad op 1 October 1893 en de vergoeding den heer Vossenaar toegekend, ad ƒ75 per jaar, werd gere geld op 1 Januari 1894 in te gaan; dat billijkerwijze den genoemden ambtenaar de bedoelde vergoeding ook toekomt over het 4de kwartaal 1893, ten bedrage van ƒ18,75; met verzoek, naar aanleiding der bovenomschreven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 184