12 Mei 1894.
185
redenen, burgemeester en wethouders te machtigen, het
laatstgenoemde bedrag betaalbaar te stellen op hoofdstuk
I, art. 7, begrooting 1893.
Zonder bedenking wordt de gevraagde machti
ging verleend.
3. Besluiten van de Gedeputeerde Staten dezer provincie,
als
a. dato 26 April 1894, G, n®. 24, 2de afdg., houdende
goedkeuring van het raadsbesluit van 14 April 1894,
tot aankoop van eene oppervlakte gronds ter grootte
van 2 centiaren, gelegen aan de Leuvenaarstraat
te Breda en deel uitmakende van het perceel,
gemeente Breda, sectie A, nummer 4237;
b. dato 2 Mei 1894, G, n°. 15, 2de afd.3de bureau,
houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 2L
April 1894, waarbij de begrooting voor 1894 wordt
gewijzigd door toevoeging aan hoofdstuk V, afd. I,
art, 1 (inkomsten) eener som van ƒ50.000 (geld-
leening)en dit bedrag in de uitgaven dier begrooting
te verantwoorden onder
Hoofdstuk III, art. 6*, aanleg begraafplaats 800.—
III6'aan rioleering - 800.
III, 72, te verhoogen met -43000.
VIII, 1, - 5400.—
c. dato 2 Mei 1894, G, n°. 3, 2° afd., 3de bur., hou
dende goedkeuring van het raadsbesluit van 21
April 1894, tot wijziging der begrooting, dienst 1894,
door toevoeging aan hoofdstuk I, afd. Ill, art. 1,
eener som van 1150 (teruggaaf van kosten voor
verharding van wegen)en dit bedrag in uitgaaf te
stellen onder hoofdstuk VII, art. 28 dierzelfde be
grooting (het verharden van wegen in het nieuwe
park te Breda.)
Op voorstel des voorzitters wordt besloten, al
deze besluiten aan te nemen voor kennisgeving en