12 Mei 1894. 189 Art. 2. «De contractante ter andere zijde en hare rechtver- «verkrijgenden zijn verplicht over het gekochteten be shoeve van den bestaanden uitgang van het bebouwde »deel van het perceel gemeente Bredasectie A, n°. 4308, overweg, breed 2 M.hoog 3M.te verleenen voor hand- »of stootwagens en dien overweg te bestraten. «Bedoelde uitgang of deur is op de aan deze akte «gehechte en door partijen gewaarmerkte situatie-teekening «aangegeven. Art. 3. «Door de contractante of hare rechtverkrijgenden mogen «op den gekochten grond noch op of in de door haar in «eigendom bezeten daaraan grenzende perceelen, gemeente Breda, sectie A nos. 35 en 39, bergplaatsen van «lompen, beenderen of andere voor de gezondheid schade- «lijke stoffen oprichten. Art. 4. «De contractante ter andere zijde zal voor koopsom van «den in art. 1 genoemden grondten kantore en tegen «kwitantie van den gemeente-ontvanger te Bredabetalen «eene som van een honderd drie gulden. Art. 5. «De kosten vallende op deze overeenkomst, zooals zegels, «legesregistratierechten en overschrijving in de open- »bare registerszijn ten laste van de contractanten ten «andere zijde. «Aldus in duplo opgemaakt en geteekend te Breda, «den1800 vier en negentig." 2. Memorie van toelichting behoorende bij de concept- overeenkomst tot verkoop van een perceeltje gemeentegrond, langs de Leuvenaarstraat, achter de Zoutstraat, aan de wede. P. Consael.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 189