12 Mei 1891.
197
«Namens de commissie belast met het onderzoek der
«rekening over 1893 van de Bank van Leeningheb ik
«de eer te berichten, dat zij die rekening nagezien en
»met de overgelegde bescheiden vergeleken heeft en dat
«daarop geen aanmerkingen gevallen zijn, zoodat de com-
«missie concludeert de voormelde rekening goed te keuren.
De voorzitter dankt de commissie en inzonderheid haren
rapporteur voor het uitgebracht verslag en stelt voor de
conclusie daarvan aan te nemen, waartoe zonder bedenking
besloten wordt.
De voorzitter en de heer mr. W. IngenHousz, respec
tievelijk als voorzitter en als lid aan het bestuur der Bank
van Leening verbonden, wenschen geacht te worden niet
tot voormeld besluit te hebben medegewerkt.
4. Door den voorzitter wordt, namens burgemeester
en wethouders, verslag uitgebracht van de op 10 Mei
1894 gehouden openbare aanbesteding van:
a. het maken van eene verplaatsbare muziektentwelk werk
is aangenomen door J. J. Koopmans te Breda, voor
de som van ƒ1123;
b. het leveren van steenkolen ten dienste van het gemeente
huis, de scholen en het bureau van politie tot 15 Mei
1895, welke levering is aangenomen door Jan Stoop
te Breda, voor /"O.G049/ïoo per hectoliter.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan het einde der verslagen gekomenvraagt en be
komt de heer Heijlaerts het woord.
Spreker zegt, dat hij ontvangen heeft het verslag van
de commissie van beheer der gemeente-reiniging alhier
over 1893 en hij niet kan nalatenzoowel aan de com
missie als aan den directeur zijne tevredenheid te betuigen
over de in 1893 verkregen uitkomsten, welke een zoo