2 Juni 1894.
Tegenwoordig de heeren: B. C. VAN DONGEN, J. A.
J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEY-
CI1INÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W.INGENHOUSZ,
IC. G. OU KOOP, W. G. II. ROMBOUTS, J. A. VAN
AKEN, J. E. VREEDE, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M.
VAN DAM, mr. P. BLOEM ARTS, A. P. SCHELTUS, II.
A. SASSEN, J. LIJDSMANmr. Th. MATHON en E. II.
A. GULJË, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heer J. J, NELISSEN.
De voorzitter zegt dat, naar aanleiding van artikel 8
van het reglement van orde voor den gemeenteraad, de
notulen van het verhandelde in de vergadering van den
12. Mei 1894 ter inzage voor de leden hebben gelegen,
en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan
verlangt.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen
der voormelde vergadering goedgekeurd en vast
gesteld.
Alvorens wordt overgegaan tot de gewone orde van
werkzaamheden, doet de voorzitter voorlezing geven van
een schrijven van de Gedeputeerde Staten dezer provincie
van den 26. Mei 1894, G, nq. 1", {Provinciaal Bijblad n°. 46),
waarbij wordt kennis gegeven, dat jhr. mr. P. J. Bosch
van Drakestein, commissaris der koningin in deze provin
cie, op den 25. Mei 1894 is overleden.
De voorzitter rekent het zich tot een plicht den over
ledene een woord van hulde toe te wijden. Wat als
15