2 Juni 4894. 219 »In het «Verslag" had Uwe commissie gaarne aange troffen den inkoopsprijs van de steenkolen, vooral ook somdat in den inventaris dat artikel wel tegen zekeren sprijs vermeld wordt. sin het sVerslag" wordt omtrent het spersoneel" eigenlijk sniets medegedeeld. Toch komt het Uwe commissie voor sdat een betrekkelijk uitvoerige mededeeling daaromtrent sin het verslag op hare plaats geweest zou zijn. sHet losloon voor de a° p° ontvangen 10,000 hectoliter «steenkolen heeft bedragen f 2394 57. Dat aanzienlijk «bedrag, een gevolg van het vervoer per kar, deed bij «Uwe commissie de vraag rijzen of het niet mogelijk is «de kolen op minder kostbare wijze in de fabriek te «brengen. Het beantwoorden van die vraag lag echter «buiten de taak uwer commissie. «Ten einde aan den inventaris meer een officieel karakter «te geven, komt onderteekening er van gewenscht voor. «In een van de laatste regels van het verslag, onder «verdere verandering en uitbreiding, komt het woord y>niet voor, door welk woord dat verslag juist het omge- «keerde zegt van wat blijkbaar bedoeld wordt. «Ten slotte: Uwe commissie had gaarne het «Verslag" «zien eindigen met de mededeeling van de redenen waaraan «het toe te schrijven is dat 1893 bij grooler gasverbruik «dan in 1892, minder winst heeft opgeleverd. «De vermelding dat er minder koolteer verkocht is in «1893 dan in het daaraan voorafgaande jaar, waardoor sde aanwezige hoeveelheid van dat artikel op ultimo Decem- «ber 11. belangrijk grooter was dan op den overeenkomstigen «datum van '92, en van het in 1893 aanschaffen van «nieuwe ovens, iets dat in het jaar te voren niet behoefde «te geschieden, zou aanstonds in het oog hebben doen «springen waaraan de schijnbaar minder gunstige uitkomst «over 1893 toe te schrijven is. Thans geeft het Verslag geen «verklaring omtrent de min of meer teleurstellende uitkomst. »De rapporteur, Breda, 1 Juni 1894." »A. P. SCIIELTUS-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 219