228 16 Juni 1894. »De ervaring heeft geleerd, dat met 1 April de leer lingen, die den driejarigen cursus eindigengemakkelijker »dan met 1 Mei bij de werkbazen geplaatst worden, vooral «voor die, welke in dorpen werk zoeken. Ook op andere «ambachtsscholen eindigt het schooljaar 31 Maart. «Wij geven daarom in overweging de eerste alinea van «art. 14 te lezen als volgt: y>IIet schooljaar begint 1 April en eindigt 31 MaartD «en in verband daarmede de derde alinea van art. 14 te «wijzigen als volgt: s>De inschrijving van adspirant-leerlingen heeft plaats van «1 Februari tot 1 Maart «De tweede alinea van art. 15: De vacantietijd wordt door de commissie geregeldhij duurt niet langer dan 14 dagen en er worden hoog- y>stens vier weken in het geheele jaar voor aangewezene. «wenschen wij gewijzigd te zien als volgt: »D« vacantietijd wordt door de commissie geregeld; hij y>duurt niet langer dan drie weken achtereen en er wor gden hoogstens vier weken in het geheele jaar voor y>aangewezem. «Het doel van deze wijziging is de zoogenaamde Kerst- «vacantie, welke thans acht dagen of langer duurt, naar «gelang de feestdagen invallen, te laten vervallen en de «zomervacantie in plaats van twee drie weken te laten «duren. «Deze wijziging komt gewenscht voor, ten einde het «onderwijzend personeel in den zomer meer ontspanning, «zonder schade voor het onderwijs of stoornis in de werk- «zaamheden, te verschaffen.» «De commissie voor de ambachtsschool «Ed. GULJÉ, voorzitter. »G. LAMERS, secretaris.»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 228