230
16 Juni 1894.
tegen haar gericht. Door hem wordt het rapport beschouwd
als te zijn gemaakt door den vroegeren directeur en slechts
door de commissie onderteekend te zijn. Ook niet echter
wenscht spreker den architect te beschuldigen. Enkel wil
hij wijzen op het erroneuze van het rapport, waarvan de
conclusie, ten gevolge eener Spielerei met cijfers, zoodanig
is, dat de uitkomsten van het jaar 1893 niet gunstiger
zijn dan die van 1892. En dat bestrijdt spreker met over
tuiging, want wat ook de architect zeggen moge.
De voorzitter onderbreekt hier spreker's rede en doet
hem opmerken, dat de architect buiten de zaak staat en
het rapport het werk is van de commissie, welke geen
Spielerei met cijfers gepleegd heeft.
De heer Heijlaerts, het woord hernemende,
zegt dat dan de commissie solidair aansprakelijk moet
gesteld worden voor den inhoud van het rapport. Ver
volgens doet spreker uitkomen, dat, wat met het pneu
matisch toestel aan fsecaliën is opgehaaldbuiten rekening
moet gelaten worden. Het opgehaalde met tonnen blijft
intact. En daarop baseert spreker zijne cijfers, zonder
over prijzen te spreken.
(De heer Heijlaerts neemt hierop diens rapport ter
hand en legt, bij vergelijking, verschillende cijfers bloot,
waaraan spreker enkele vragen verbindt, die hij niet tot
oplossing heeft kunnen brengen.)
Nadat spreker verklaard heeft, dat het hier niet geldt
eene quaestie van eerlijkheid, welke gansch buiten be
schouwing kan blijven, maar dat hij enkel wil bestrijden
den indruk, die het rapport der commissie bepaaldelijk
geeft, dat 4893 geen betere uitkomsten heeft opgeleverd
dan 1892, resumeert hij het door hem gesprokene in de
volgende conclusie