Ii6 Juni 1894. 2*1 2°. CONTRA-RAPPORT van den heer Heijlaerts. Bij het ontvangen van het verslag der gemeente-reiniging over het jaar 1893 werd ik buitengewoon verrast door de glansrijke resultaten, verkregen door den tegenwoordigen directeur dier gemeente-inrichting, den heer Berndes. Die resultaten waren financieel zoo prachtig en waren zooveel hooger: 1°. wat geldelijke opbrengst betreft en 2°. zooveel meer in hoeveelheid opgehaald straatvuil en fsecaliën, dat, kon zulks bestendigd wordenhet niet langer als eene utopie zou worden beschouwddat die tak van dienst niet alleen eene enorme verbetering voor den hygienischen toestand onzer gemeente, maar ook eene rijke bron van inkomsten kon worden. Mijne felicitatie èn aan de com missie èn aan den directeur kwam mij dan ook uit het hart. Onaangenaam werd ik dan ook getroffen door het rapport, dat van wege de commissie den gemeenteraad bereikte. Dit rapport had alleszins den schijnzooals overduidelijk bleek uit de conclusie, om het enorme verschil in opbrengst over 1892 en 1893 als het ware weg te cijferen. Dat de groote verdienste van den tegenwoordigen directeur daardoor geheel werd genegeerd, spreekt van zelf. Intusschenbij het nagaan van het rapport der commissie bleek het mij al spoedig, dat het op vele punten erroneus was, doch, om een juist oordeel te kunnen vellen, moest ik èn door het nauwkeurig nagaan der verslagen van 1889 af èn door nauwgezette becijfering, mij meer licht verschaffen. Mijne uitkomsten, die geheel in strijd zijn met de conclusie en de geheele voorstelling der commissie, heb ik nu neergeschreven in het volgende contra-rapport. Mijn doel daarbij is in de verste verte niet, 't zij de commissie, 'tzij wie ook te kwetsen; integendeel mijn doel is alleen de waarheid te doen kennen, en in de tweede plaats den verdienden lof aan den directeur, den heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 237