16 Juni 1894. Berndes, terug te geven, die in deze getoond heeft te zijn een eerlijk en volijverig ambtenaarwaarop Breda mag trotsch zijn, en die aan het hoofd der gemeente-reiniging, deze tot de hoogte zal opvoeren reeds voorgesteld (doch zoo dikwijls bestredenin de rapporten der oprichters van genoemden tak van dienst. Om de zaak in quaestie goed te kunnen beoordeelen, dient men een overzicht te hebben van de geplaatste tonnen en de met dat stelsel verkregen faecaliën. De hoeveelheid verkregen beer, opgehaald met de pneumatische machine, laat ik geheel buiten beschouwing, omdat de meststoffen, op die wijze verkregen, vroeger door de boeren werden verzameld en niet ten bate der gemeente kwamen. In 1889 waren geplaatst 3238 tonnen, bijgeplaatst 126, waardoor werden verkregen 38913 HL. In 1890 waren geplaatst 3361 tonnen, bijgeplaatst 185, en verkregen 37238 HL. In 1891 waren geplaatst 3549 tonnen, bijgeplaatst 230, en verkregen 33035 HL. In 1892 waren geplaatst 3779 tonnen, bijgeplaatst 310, en verkregen 35696 HL. In 1893 waren geplaatst 4089 tonnen, bijgeplaatst 171, en verkregen 43065 HL. Wat blijkt nu uit bovenstaande becijfering Dat de exploitatie van het tonnenstelsel in 1889 eene hoeveelheid van 38913 HL. en dat de opbrengst in 1892 35696 HL. opleverde, niettegenstaande van 1889 af 851 tonnen waren bijgeplaatst, en dat het aantal inwoners sinds dat jaar aanzienlijk was vermeerderd. Dit nu is een vreemd verschijnsel In 1893 zijn slechts 171 tonnen bijgeplaatstenniettegen staande dat geringe aantal, bereikte de hoeveelheid faeca liën uit de tonnen verkregen 43065 I1L. Dat verschil van 7369 HL. noem ik kolossaal Ik zal niet spreken over de gemaakte prijzendie hangen van verschillende omstandigheden af, enofschoon ik niet kan medegaan met de becijfering, zooals die neergelegd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 238