246 16 Juni 1894. 2. Aanvrage van het E.-K. parochiaal Kerkbestuur van de H. Barbara tot ruiling van grond. De voorzitter deelt mede, dat tegen den verkoop, bij ruiling, van een gedeelte van den geslechten waterloop Be Bonk, na plaatsing eener openbare bekendmaking, geen enkel bezwaar is ingebracht, en herinnert, dat reeds in de vorige vergadering in beginsel besloten is, de voor gedragen ruiling van grond op de gestelde voorwaarden tot stand te brengen. (Zie advies en ontwerp-overeenkomst in de notulen van het verhandelde in de raadszitting van 2 Juni 1894.) Niemand der leden het woord verlangende, wordt, behoudens de goedkeuring van Gedepu teerde Staten dezer provincie, thans definitief tot den afstand en de aanvaarding der gronden, bedoeld in de bovengenoemde ruiling, besloten, en zulks op de voorwaarden, omschreven in de daarvan gemaakte ontwerp-overeenkomst; onder verklaring, dat het af te stane gedeelte grond van de overwelfde en gedempte Donkvaart niet meer voor den openbaren dienst bestemd is. 3. De voorzitter deelt mede, dat aan het vroeger be handelde ontwerp der algemeene politie-verordening voor deze gemeente, als algemeene bepalingen, zijn toegevoegd de beide volgende artikelen: Art. 225. De bij deze verordening bedreigde straffen worden toe gepast, voor zoover tegen de overtredingen, daarbij ver meld, niet bij eene wet, algemeenen maatregel van bestuur of provinciale verordening is voorzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 246